Brandblusser kopen: de ultieme gids

Alles wat je moet weten voor een geslaagde aankoop van brandblussers

Misschien sta je er zelf niet zo bij stil, maar uiteindelijk komt iedereen wel eens in aanraking met brandblussers. Is het niet omdat je een kantoor of appartement dient te beveiligen, dan wel omdat je er misschien eentje moet gebruiken. In deze ultieme gids geven we je alles mee wat je moet weten over brandblussers en hoe je jezelf optimaal en wettelijk dient te beveiligen. Zo koop je van de eerste keer de juiste brandblusser!

Hoe bepaal je welke en hoeveel brandblussers je nodig hebt? Dat is eenvoudig samen te vatten in volgende punten:

  1. Wettelijke bepalingen: ben je wettelijk verplicht om brandblussers te plaatsen?
  2. Bepaal de relevante brandklassen
  3. Leg vast welke soort brandblussers je nodig hebt
  4. Deel je gebouw op in zones die beveiligd moeten worden
  5. Bepaal per zone hoeveel brandblussers je nodig hebt op basis van de oppervlakte
  6. Bekijk of er specifieke gevaren zijn die specifieke beveiliging nodig hebben
  7. Installeer brandblussers en zorg voor een correct onderhoud

Klinken sommige van deze puntjes alsof je het in Keulen hoort donderen? Geen zorgen: deze gids dient om je terug naar zonnige oorden te brengen!

1. Ben je verplicht om brandblussers te plaatsen?

De wet: elke Belg wordt geacht ze te kennen. Maar de praktijk is uiteraard anders dan de realiteit. Toch is het zeker bij brandbeveiliging belangrijk te weten wat van jou verwacht wordt. Als er wettelijke bepalingen zijn waar je niet aan voldoet, kan je namelijk

  • Aaansprakelijk gesteld worden voor schade (aan personen in werksituaties, of aan materiaal);
  • En je riskeert dat de brandverzekering niet tussenkomt bij een calamiteit.

Daarom is het eerst en vooral belangrijk om je af te vragen: ben ik wettelijk verplicht om blusapparaten te installeren?

Het korte antwoord daarop is gelukkig redelijk eenvoudig: als jouw gebouw publiek toegankelijk is, of publiek toegankelijke delen heeft (de zogenaamde openbare context), dan dien je brandblussers te installeren. Concrete voorbeelden:

In al deze situaties dienen brandblussers voorzien te worden. Dat wordt in België federaal geregeld via diverse wetten en normen.

Voor privé-woningen is er geen wettelijke verplichting. Betekent dat dat deze gids niet relevant is voor jouw eigen thuis?

Helemaal niet! Ondanks dat er geen wettelijke verplichtingen zijn, is het zeker wel verstandig om ook voor privésituaties brandblussers te voorzien. Zie dat als een extra verzekering: je kan met een brandblusser beginnende brandjes blussen zodat je extra grote schade (en miserie) kan vermijden. En in de meest extreme situaties red je er zelfs levens mee... Lees dus ook gerust verder als je je huis wil beveiligen, want dezelfde principes zijn dan ook voor jou van toepassing!

2. Bepaal de brandklassen

De ene brand is de andere niet. Een brandend kampvuur is van een heel andere soort dan een brandende lithium-batterij. Die zal je dus anders moeten aanpakken. Branden worden om die reden opgedeeld in verschillende brandklassen.

Brandklassen worden opgedeeld op basis van de stof die brandt. Dat resulteert in volgend overzicht:

BrandklasseSymboolBrandstofVoorbeelden
ABrandklasse Avaste, niet smeltende stoffenpapier, hout, textiel, verpakkings-materiaal
BBrandklasse Bvloeistoffen en smeltende vaste stoffenoplosmiddelen, olie, benzine, was, vet, kunststoffen
CBrandklasse Cgassenaardgas, LPG, butaan, propaan
DBrandklasse Dmetalenaluminium, lithium, magnesium
FBrandklasse FvettenFrituurvet, fondue-olie, plantaardige en dierlijke vetten

Doorgaans kan je in een gebouw één (of twee) hoofdbrandklassen onderscheiden. In een gewoon kantoorgebouw waar enkel administratie gedaan wordt, zou je zo waarschijnlijk enkel brandklasse A (vaste stoffen) tegenkomen.

De vraag die je je hier dus moet stellen, is: welke van bovenstaande brandklassen zijn relevant voor mijn situatie?

3. Bepaal welke brandblusser je nodig hebt

Brandblussers bevatten een specifiek blusstof, zoals schuim of poeder. Elke blusstof is geschikt om een of meerdere brandklassen te kunnen blussen. Het is dus belangrijk om te weten welke brandklassen relevant zijn, omdat je zo kan afleiden welke soort brandblussers je nodig hebt.

In onderstaande tabel lijsten we alle relevante blusstoffen op, die je in 99,9% van de alle brandblussers kan terugvinden. We geven daarbij aan voor welke brandklassen die blusstof geschikt is.

BlusstofGeschikt voor brandklassen
Schuim
  • A (vaste stoffen)
  • B (vloeistoffen)
Schuim-vet
  • A (vaste stoffen)
  • B (vloeistoffen)
  • F (plantaardige oliën en vetten)
Poeder
  • A (vaste stoffen)
  • B (vloeistoffen)
  • C (gassen)
CO2
  • B (vloeistoffen)
Water
  • A (vaste stoffen)
Metaalpoeder
  • D (metaalbranden)
Wet chemical
  • F (plantaardige oliën en vetten)

Zoals je uit bovenstaand lijstje vermoedelijk al kon afleiden, zijn poeder-, schuim-vet en schuimbrandblussers veruit de meest populaire brandblussers. Ze kunnen namelijk diverse soorten branden blussen. In quasi alle situaties zal je uiteindelijk de keuze hebben tussen poeder of schuim als blusstof. Beide hebben zo hun voor- en nadelen.

Een beetje een vreemde eend in de bijt is de CO2-brandblusser. Die kan enkel ingezet worden voor klasse B branden (vloeistoffen). In de praktijk kan ze ook klasse A branden (vaste stoffen) blussen, maar ze is daar veel minder efficiënt in dan poederblussers of schuimblussers. CO2-blussers hebben echter als gigantisch groot voordeel dat ze geen nevenschade veroorzaken. We zullen verderop in deze gids dan ook zien dat ze wel degelijk een belangrijke rol spelen in bepaalde situaties!

Niet alleen de blusstof is belangrijk in de bepaling welke brandblussers je nodig hebt, we willen hier ook graag even de vereiste wettelijke normen nog aanstippen. Voor professioneel gebruik in België (de openbare context, zoals je je wellicht nog herinnert) dient een brandblusser over volgende certificaten te beschikken:

Koop altijd brandblussers die aan beide normen voldoen! Dat betekent ook dat een brandblusser een Belgisch etiket (met minstens tweetalig handleiding) moet hebben. Een buitenlandse blusser kopen is dus sowieso een no-go en zal bij controle afgekeurd worden.

Behalve blusstof en normering zijn er nog andere aspecten waarin brandblussers kunnen verschillen en waar je bij aankoop rekening mee kan houden.

4. Deel je gebouw in in zones die beveiligd moeten worden

We weten nu welke brandklassen er voorkomen in jouw situatie, en welke blusstoffen voor die risico's geschikt zijn. Tijd voor het echte werk: bepalen hoeveel brandblussers er nodig zijn, en hoe groot die moeten zijn!

Om dat correct in te kunnen schatten, dien je je gebouw in zones op te delen, de zogenaamde projecteringszones. Dat zijn zones:

  • Waarin eenzelfde activiteit wordt uitgevoerd;
  • Waarin in hoofdzaak één brandklasse kan worden onderscheiden;
  • Waarin alle individuele ruimten met elkaar in verbinding staan. Ruimtes die standaard van elkaar gescheiden zijn door een gesloten deur, worden als aparte projecteringszone beschouwd. Elke verdieping van een gebouw is minstens een aparte projecteringszone.

Elke projecteringszone moet minstens 1 brandblusser hebben die geschikt is om de relevante brandklasse in die zone te blussen. Bijna altijd zijn dat poeder- of schuimbrandblussers en kan je zelf tussen beide kiezen. Gebruik echter nooit waterblussers! Die zijn elektrisch geleidend en mogen tegenwoordig bijna nooit meer gebruikt worden als basisbeveiliging.

Mooie theoretische woorden! In de praktijk kan het gelukkig heel simpel zijn: heb je een kledingwinkeltje op een gelijkvloers waar verder geen (permanent) gesloten deuren in staan, dan heb je dus 1 projecteringszone met hoofdzakelijk brandklasse A en dien je dus 1 brandblusser te voorzien. Nog meer voorbeelden vind je in ons adviescenter!

5. Bepaal per zone hoeveel brandblussers je nodig hebt

Eens je weet wat de te beveiligen zones zijn en welke brandklassen daar voor gevaar zorgen, kan je per zone bepalen hoeveel brandblussers je juist nodig hebt.

De basisregel is eenvoudig: je dient in elke zone per 150m² 1 brandblusser van 6kg of 6l te voorzien (de zogenaamde bluseenheid). Dus:

  • Is je zone 149m² of kleiner, dien je dus 1 blustoestel te plaatsen.
  • Is je zone 151m², dan worden dat 2 blustoestellen.
  • Voor 301m² heb je al drie toestellen van 6l of 6kg nodig, enzovoorts.

Je zou ook met nóg grotere brandblussers kunnen werken, van bijvoorbeeld 9kg of 9l. Die dekken dan 225m². We raden echter aan zo veel mogelijk met 6kg/l-brandblussers te werken, omdat je altijd een maximale loopafstand van 20m moet respecteren. Met 6kg/l-blustoestellen blijf je altijd binnen die norm.

Opgelet: voor professioneel gebruik mag je nooit met brandblussers kleiner dan 6l of 6kg (of 5kg voor CO2) werken! Dat mag enkel als je brandblussers in een privéwoning gebruikt. Privé kan het wel eens gebeuren dat je liever (meerdere) kleine blussers van bijvoorbeeld 2kg/l plaatst, omdat je die bijvoorbeeld makkelijker kan verbergen.

Nood aan meer voorbeelden? Die vind je in ons adviescenter!

6. Bekijk of er specifieke gevaren zijn die specifieke beveiliging nodig hebben

Met bovenstaande informatie heb je de zogenaamde basisbeveiliging op orde gebracht. Het kan echter zijn dat er specifieke risico's aanwezig zijn die nog een aparte bescherming nodig hebben. Dat noemen we de objectbescherming.

Objectbescherming is niet in alle situaties van toepassing. Het kan dus zijn (voor eenvoudige situaties) dat deze sectie voor jou niet relevant is en je geen objectbescherming dient te voorzien.

Welke situaties vereisen objectbescherming? Vaak voorkomende en typische voorbeelden zijn:

  • Verwarmingsinstallaties (bijvoorbeeld in grote appartementsgebouwen met gemeenschappelijke verwarming): dienen voorzien te zijn van een automatisch blustoestel indien de ruimte zelf niet gecompartimenteerd is
  • Liftmachinekamers: dienen voorzien te zijn van een automatisch blustoestel
  • Horeca-keukens: dienen een CO2-brandblusser van 5kg te installeren, alsook in sommige situaties een automatisch blussysteem in de dampkap.
  • Elektrische schakelkasten: elke schakelkast dient beschermd te worden door een CO2-brandblusser van 5kg.
  • Opslag van brandbare vloeistoffen en gassen: bij een geconcentreerde hoeveelheid van brandbare materialen dien je de basisbeveiliging te verdubbelen. Met andere woorden: 1 brandblusser van 6kg/l per 75m² in plaats van per 150m².

Soms wíl je ook gewoon extra brandblussers voorzien dan wat wettelijk vereist is. Een belangrijke archiefruimte wil je bijvoorbeeld graag beschermen. Net zoals in bovenstaand lijstje komt ook hier de CO2-brandblusser weer naar voren: omdat die geen nevenschade veroorzaakt is deze extra geschikt om zulke ruimtes te beveiligen!

Toch nog wat onduidelijk? Op ons adviescenter hebben we een overzichtje met vereisten voor courante locaties of activiteiten!

7. Installeer de brandblussers en zorg voor een correct onderhoud

Zo, nu zou je een goed zicht moeten hebben op welke brandblussers je precies nodig hebt! Dan is het nog een kwestie van ze aan te kopen, te installeren en vervolgens er voor te zorgen dat ze correct onderhouden worden.

Kopen? Dat doe je uiteraard bij ons :)

Installeren kan je eenvoudig zelf doen. Wat betreft de specifieke locatie van brandblussers zijn er voor professioneel noch voor privé gebruik exacte vereisten: je mag ze zelf oordeelkundig verspreiden over de te beveiligen oppervlakte van de projecteringszone. Wel dien je brandblussers bij professioneel gebruik

Maar dus niets dat je niet zelf kan fixen.

Brandblussers die je in een professionele context gebruikt dienen ook jaarlijks onderhouden te worden door een hiervoor erkend bedrijf (zoals, niet geheel ontoevallig, wijzelf). Aan de brandweer en inspectie of bij calamiteiten dien je namelijk een onderhoudslogboek voor te kunnen leggen, zodat je kan bewijzen dat de brandblussers steeds goed nagekeken werden.

Advies nodig?

Kom je er toch zelf niet uit, of wil je graag bevestiging? Geen probleem!